‘Groot lijden is nooit plaatselijk. Het neemt alles in beslag en laat weinig anders de ruimte. (…) Daarom is één van de eerste opgaven voor de zorggever om onder die bezettingsmacht wat leven vandaan te (helpen) halen, ruimte te maken voor andere dingen dan het lijden en er zorg voor te dragen dat die opnieuw veroverde ruimte gevuld kan worden met wat zacht is, zinvol, rustgevend, afleidend, troostend’ zegt Andries Baart in Presentie en palliatieve zorg (2007). Deze woorden zijn voor mij een bron van inspiratie.
Beeldende begeleiding gaat in essentie om het faciliteren van momenten van vervulling, verbinding en verwondering. Momenten van schoonheid, ontroering en troost. Ik hoop als Beeldend begeleider bij te dragen aan het maken van een open ruimte die gasten op eigen wijze kunnen vullen met datgene wat ze goed doet.
Ik heb na mijn opleiding vele verdiepende scholingen gevolgd op het gebied van afscheid, verlies en rouw, maar ik ben het meest ‘geschoold’ door alle mensen die ik heb ontmoet in de hospices. Ik ben intens dankbaar voor deze ontmoetingen. Dat ik deze mensen nabij heb mogen zijn en heb mogen begeleiden heeft me gevormd als mens en als Beeldend begeleider.